Inloggen leden



x
Total Medical Support standaard aanwezig bij alle thuiswedstrijden van Vitesse in het GelreDome, en Jong Vitesse op Papendal met E.H.B.O. en Medisch personeel.
De vaste leverancier van de Medische Dienst in het grootste theater van Nederland

Op basis van de praktijkervaring van de afgelopen jaren wordt er nu voor gekozen om vanaf 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers te adviseren over (aanvullende) hulpverleningsinzet. In geval van specifieke verzwarende omstandigheden kan hier nog van worden afgeweken.

 

In de tabel verderop wordt op basis van het aantal gelijktijdig aanwezige bezoekers aangegeven welk aantal zorgverleners, inclusief kwaliteitsniveau, moet worden ingezet.  Daarbij is meegewogen, dat naarmate een evenement groter is, het aantal zorgcontacten wel evenredig toeneemt, maar dat per 1.000 extra bezoekers relatief minder hulpverleners nodig zijn indien de organisatie en herkenbaarheid goed geregeld zijn. Overigens moet opgemerkt worden, dat het daarbij dan wel gaat over verblijf van de bezoekers in afgebakend en relatief compact gebied. Indien dit uitgestrekt, zal immers op basis van de kwalitatieve analyse een aanvullend advies aan de orde zijn. 

 

Dat levert het volgende beeld op voor de risicobepaling- en inzettabel:

 

Gelijktijdige bezoekers

BLS

ALS

Coördinatie

5.000 – 5.999

6

 

 

6.000 – 6.999

7

 

 

7.000 – 7.999

8

 

 

8.000 – 8.999

9

 

 

9.000 – 9.999

10

 

 

10.000 – 10.999

11

 

 

11.000 – 11.999

12

 

 

12.000 – 12.999

13

 

 

13.000 – 13.999

14

 

 

14.000 – 14.999

15

 

 

15.000 – 19.999

> 15

> 1

1

20.000 – 39.999

> 19

> 2

1

> 40.000

> 38

> 4

1

 

De algemene regel voor inzet van eerste hulpverleners is 1 hulpverlener per 1.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers, met een minimum van 2 hulpverleners. Een ondergrens waarbij eerste hulpverleners niet nodig zijn, is niet op voorhand aan te geven.  Hiervoor wordt aanspraak gemaakt op het gezond verstand van de evenementenorganisator.

 

Voor evenementen met bezoekers tot 5.000 leest u HIER alles over de inzet van eerstehulpverlening.

 

BLS (Basic Life Support)

Dit betreft het basisniveau van Basic Life Support (BLS), waar traditioneel de reguliere eerste hulpverlener onder wordt verstaan. De hulpverlener is in staat om generieke basishulp zonder specifieke hulpmiddelen te leveren. Als vertrekpunt voor de beschrijving van de noodzakelijke expertise wordt gerefereerd aan het Oranje Kruisboekje en de European First Aid Manual. Bij de inzet van deze hulpverleners moet het kennisniveau aantoonbaar en vastgelegd zijn inclusief een aantekening reanimatie en AED. St. Total Medical Support conformeert zich aan de standaard die door de organisaties voor eerstehulpverlening wordt aangehouden. Op grond van de huidige praktijk wordt daarom ook de aanwezigheid van een AED als standaard gezien.

BLS+

In sommige gevallen wordt er meerwaarde gezien in BLS-hulpverleners die ook zich hebben op het totale klinische beeld van de zorgvrager.  Gedacht kan worden aan basisartsen en verpleegkundigen met recente ervaring in spoedeisende hulpverlening. De extra deskundigheid maakt het mogelijk om met dezelfde hulpmiddelen de handelingsvaardigheid te vergroten en/of om specifieke klinische beelden te onderkennen. Dat kan van pas komen bij specifieke evenementen en/of doelgroepen. Deze hulpverleners hebben juridisch gezien echter geen andere positie dan eerstehulpverleners op niveau BLS>

ALS (Advanced Life Support)

De hulpverlening dient op basis van het Landelijk Protocol Ambulancezorg geboden te worden door bevoegd en bekwaam personeel van een zorginstelling met de beschikking over ALS-instrumentarium, zoals beschreven in de inventarislijst van het Landelijk Protocol Ambulancezorg.

NB Het betreft hier zorg ter plaatse en dus niet vervoerscapaciteit. Uitvoering van vervoer is te allen tijde voorbehouden aan de regionale ambulancevoorziening.

NB2 Bij grote evenementen kan afgesproken worden om een extra ambulance stand-by te hebben in de regio. Dat telt niet als ALS-inzet op de evenementlocatie.

Coördinatie

Coördinatie dient gezien de complexiteit van de organisatie en planvorming plaats te vinden op verschillende niveaus van hulpverlening en middelen. De inzet van coördinatie is niet patiëntgericht, maar organisatiegericht.